Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. beroep doen op:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beroep doen op (Nederlands) in het Duits

beroep doen op:

beroep doen op [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. beroep doen op
    Appellieren

beroep doen op werkwoord (doe beroep op, doet beroep op, deed beroep op, deden beroep op, beroep gedaan op)

  1. beroep doen op
    appellieren
    • appellieren werkwoord (appeliere, appelierst, appeliert, appelierte, appeliertet, appelliert)

Conjugations for beroep doen op:

o.t.t.
  1. doe beroep op
  2. doet beroep op
  3. doet beroep op
  4. doen beroep op
  5. doen beroep op
  6. doen beroep op
o.v.t.
  1. deed beroep op
  2. deed beroep op
  3. deed beroep op
  4. deden beroep op
  5. deden beroep op
  6. deden beroep op
v.t.t.
  1. heb beroep gedaan op
  2. hebt beroep gedaan op
  3. heeft beroep gedaan op
  4. hebben beroep gedaan op
  5. hebben beroep gedaan op
  6. hebben beroep gedaan op
v.v.t.
  1. had beroep gedaan op
  2. had beroep gedaan op
  3. had beroep gedaan op
  4. hadden beroep gedaan op
  5. hadden beroep gedaan op
  6. hadden beroep gedaan op
o.t.t.t.
  1. zal beroep doen op
  2. zult beroep doen op
  3. zal beroep doen op
  4. zullen beroep doen op
  5. zullen beroep doen op
  6. zullen beroep doen op
o.v.t.t.
  1. zou beroep doen op
  2. zou beroep doen op
  3. zou beroep doen op
  4. zouden beroep doen op
  5. zouden beroep doen op
  6. zouden beroep doen op
diversen
  1. doe beroep op!
  2. doet beroep op!
  3. beroep gedaan op
  4. beroep doend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor beroep doen op:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Appellieren beroep doen op
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appellieren beroep doen op appelleren; appèl aantekenen

Verwante vertalingen van beroep doen op