Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bijtijds:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijtijds (Nederlands) in het Duits

bijtijds:

bijtijds bijwoord

  1. bijtijds (op tijd; tijdig; stipt)
    frühzeitig; rechtzeitig; pünktlich; gelegen

Vertaal Matrix voor bijtijds:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frühzeitig bijtijds; op tijd; stipt; tijdig ontijdig; prematuur; te snel; te vroeg; voortijdig; vroeg; vroegtijdig
gelegen bijtijds; op tijd; stipt; tijdig
pünktlich bijtijds; op tijd; stipt; tijdig accuraat; conscientieus; exact; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig
rechtzeitig bijtijds; op tijd; stipt; tijdig