Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. billen:
  2. bil:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor billen (Nederlands) in het Duits

billen:

billen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de billen (bibs; kont; achterwerk; )
    der Arsch; Gesäß; der Hintern
    • Arsch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hintern [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor billen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arsch achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit
Gesäß achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
Hintern achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit

Verwante woorden van "billen":


Wiktionary: billen

billen
noun
  1. altertümlich: Gesäß; ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
  2. Anatomie: ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende
  3. umgangssprachlich, vulgär: für Hinterteil, Po, Gesäß

billen vorm van bil:

bil [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bil
    die Pobacke
    • Pobacke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Pobacke bil

Verwante woorden van "bil":


Verwante definities voor "bil":

  1. verdikking van spieren onderaan je rug1
    • hij zat met zijn billen op de nieuwe bank1

Wiktionary: bil

bil
noun
  1. vulgär: Teil des Gesäßes

Cross Translation:
FromToVia
bil Pobacke; Hinterbacke; Backe buttock — each of the two large fleshy halves of the posterior part of the body
bil Backe cheek — colloquial: buttock
bil Gesäßbacke fesse — anatomie|fr Chacune des deux masses charnues situées à la partie postérieure du bassin, chez l’être humain et certains mammifères.