Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- blijkbaar:
-
Wiktionary:
- blijkbaar → offensichtlich
- blijkbaar → offenbar, offensichtlich, angeblich, anscheinend, vorgeblich
-
Gebruikers suggesties voor blijkbaar:
- offenbar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor blijkbaar (Nederlands) in het Duits
blijkbaar:
-
blijkbaar
offensichtlich; scheinbar; anscheinend; augenscheinlich; unverkennbar-
offensichtlich bijvoeglijk naamwoord
-
scheinbar bijvoeglijk naamwoord
-
anscheinend bijvoeglijk naamwoord
-
augenscheinlich bijvoeglijk naamwoord
-
unverkennbar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor blijkbaar:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | kennelijk | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| anscheinend | blijkbaar | kennelijk; ogenschijnlijk; schijnbaar |
| augenscheinlich | blijkbaar | bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; klaarblijkelijk; mateloos; onmiskenbaar; overduidelijk; tomeloos; uitermate |
| offensichtlich | blijkbaar | begrijpelijk; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; eenduidig; flagrant; helder; herkenbaar; klaarblijkelijk; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; op heterdaad; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; verstaanbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar |
| scheinbar | blijkbaar | kennelijk; ogenschijnlijk; schijnbaar; zo te zien |
| unverkennbar | blijkbaar | duidelijk; eenduidig; frappant; geprononceerd; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; markant; ondubbelzinnig; onloochenbaar; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; uitgesproken |
Verwante woorden van "blijkbaar":
Synoniemen voor "blijkbaar":
Antoniemen van "blijkbaar":
Verwante definities voor "blijkbaar":
Wiktionary: blijkbaar
blijkbaar
Cross Translation:
adjective
-
duidelijk
- blijkbaar → offensichtlich
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • blijkbaar | → offenbar; offensichtlich | ↔ apparently — plainly |
| • blijkbaar | → angeblich; anscheinend; vorgeblich | ↔ apparently — According to what the speaker has read or been told |