Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. brandbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandbaar (Nederlands) in het Duits

brandbaar:

brandbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. brandbaar (ontvlambaar; ontbrandbaar)
    entflammbar; brennbar; entzündlich; entzündbar

Vertaal Matrix voor brandbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brennbar brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar verbrandbaar
entflammbar brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar
entzündbar brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar
entzündlich brandbaar; ontbrandbaar; ontvlambaar

Verwante woorden van "brandbaar":

  • brandbaarheid, brandbare

Wiktionary: brandbaar


Cross Translation:
FromToVia
brandbaar entzündbar; brennbar; entflammbar flammable — capable of burning
brandbaar brennend; heiß brûlant — Qui est trop chaud pour être supporté ; qui est extrêmement chaud au toucher.