Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. breder maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor breder maken (Nederlands) in het Duits

breder maken:

breder maken werkwoord (maak breder, maakt breder, maakte breder, maakten breder, breder gemaakt)

  1. breder maken (verbreden)
    verbreitern; ausbreiten; erweitern
    • verbreitern werkwoord (verbreitere, verbreiterst, verbreitert, verbreiterte, verbreitertet, verbreitert)
    • ausbreiten werkwoord (breite aus, breitest aus, breitet aus, breitete aus, breitetet aus, ausgebreitet)
    • erweitern werkwoord (erweitere, erweiterst, erweitert, erweiterte, erweitertet, erweitert)

Conjugations for breder maken:

o.t.t.
  1. maak breder
  2. maakt breder
  3. maakt breder
  4. maken breder
  5. maken breder
  6. maken breder
o.v.t.
  1. maakte breder
  2. maakte breder
  3. maakte breder
  4. maakten breder
  5. maakten breder
  6. maakten breder
v.t.t.
  1. heb breder gemaakt
  2. hebt breder gemaakt
  3. heeft breder gemaakt
  4. hebben breder gemaakt
  5. hebben breder gemaakt
  6. hebben breder gemaakt
v.v.t.
  1. had breder gemaakt
  2. had breder gemaakt
  3. had breder gemaakt
  4. hadden breder gemaakt
  5. hadden breder gemaakt
  6. hadden breder gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal breder maken
  2. zult breder maken
  3. zal breder maken
  4. zullen breder maken
  5. zullen breder maken
  6. zullen breder maken
o.v.t.t.
  1. zou breder maken
  2. zou breder maken
  3. zou breder maken
  4. zouden breder maken
  5. zouden breder maken
  6. zouden breder maken
diversen
  1. maak breder!
  2. maakt breder!
  3. breder gemaakt
  4. breder makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor breder maken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ausbreiten breder maken; verbreden aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; breed uitmeten; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; spreiden; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitweiden; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; wijder maken
erweitern breder maken; verbreden expanderen; openen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; wijder maken
verbreitern breder maken; verbreden verwijden; wijder maken

Verwante vertalingen van breder maken