Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. capabel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor capabel (Nederlands) in het Duits

capabel:

capabel bijvoeglijk naamwoord

  1. capabel (geschikt; bekwaam; competent)
    fähig; befähig; kapabel; kompetent

Vertaal Matrix voor capabel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bekwaam; geschikt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befähig bekwaam; capabel; competent; geschikt
fähig bekwaam; capabel; competent; geschikt briljant; fysiek in staat; in staat; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
kapabel bekwaam; capabel; competent; geschikt
kompetent bekwaam; capabel; competent; geschikt competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig

Verwante woorden van "capabel":

  • capabele

Synoniemen voor "capabel":


Verwante definities voor "capabel":

  1. iets heel goed kunnen1
    • hij is als directeur erg capabel1

Wiktionary: capabel

capabel
adjective
  1. kundig, bekwaam

Cross Translation:
FromToVia
capabel kompetent competent — Skilled