Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cremeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cremeren (Nederlands) in het Duits

cremeren:

cremeren werkwoord (cremeer, cremeert, cremeerde, cremeerden, gecremeerd)

  1. cremeren (verassen; verbranden)
    verbrennen; kremieren; einäschern
    • verbrennen werkwoord (verbrenne, verbrennst, verbrennt, verbrannte, verbranntet, verbrannt)
    • kremieren werkwoord (kremiere, kremierst, kremiert, kremierte, kremiertet, kremiert)
    • einäschern werkwoord (einäschere, einäscherst, einäschert, einäscherte, einäschertet, eingeäschert)

Conjugations for cremeren:

o.t.t.
  1. cremeer
  2. cremeert
  3. cremeert
  4. cremeren
  5. cremeren
  6. cremeren
o.v.t.
  1. cremeerde
  2. cremeerde
  3. cremeerde
  4. cremeerden
  5. cremeerden
  6. cremeerden
v.t.t.
  1. heb gecremeerd
  2. hebt gecremeerd
  3. heeft gecremeerd
  4. hebben gecremeerd
  5. hebben gecremeerd
  6. hebben gecremeerd
v.v.t.
  1. had gecremeerd
  2. had gecremeerd
  3. had gecremeerd
  4. hadden gecremeerd
  5. hadden gecremeerd
  6. hadden gecremeerd
o.t.t.t.
  1. zal cremeren
  2. zult cremeren
  3. zal cremeren
  4. zullen cremeren
  5. zullen cremeren
  6. zullen cremeren
o.v.t.t.
  1. zou cremeren
  2. zou cremeren
  3. zou cremeren
  4. zouden cremeren
  5. zouden cremeren
  6. zouden cremeren
en verder
  1. ben gecremeerd
  2. bent gecremeerd
  3. is gecremeerd
  4. zijn gecremeerd
  5. zijn gecremeerd
  6. zijn gecremeerd
diversen
  1. cremeer!
  2. cremeert!
  3. gecremeerd
  4. cremerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor cremeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einäschern cremeren; verassen; verbranden
kremieren cremeren; verassen; verbranden
verbrennen cremeren; verassen; verbranden opbranden; uitbranden; verstoken

Wiktionary: cremeren

cremeren
verb
  1. (overgankelijk) verbranden van een lijk