Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daling (Nederlands) in het Duits

daling:

daling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de daling (afdaling; landing)
    der Abstieg
    • Abstieg [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de daling (minder worden; afname; terugloop; val)
    die Abnahme; Fallen; der Rückgang; die Senkung; die Schrumpfung; Sinken
    • Abnahme [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fallen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Rückgang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Senkung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schrumpfung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Sinken [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. de daling (terugloop; vermindering; afname; teruggang)
    der Rückgang; die Abnahme; die Verminderung; die Verringerung

Vertaal Matrix voor daling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abnahme afname; daling; minder worden; teruggang; terugloop; val; vermindering aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; minder worden; verkrijging; vermindering; verwerving
Abstieg afdaling; daling; landing afdalen; bederf; verrotting
Fallen afname; daling; minder worden; terugloop; val landing; terechtkomen; tuimelen; val; vallen
Rückgang afname; daling; minder worden; teruggang; terugloop; val; vermindering achteruitgang; afnames; atavisme; bederf; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; inzinking; kostenbesparing; terugloop; verkorting; verrotting; verval; vervallingen
Schrumpfung afname; daling; minder worden; terugloop; val emotionele uitval; ontering; salarisverlaging; slinking; uitbarsten; uitbarsting; uitval; verlaging; verschrompeling
Senkung afname; daling; minder worden; terugloop; val bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; flauwe helling; glooiing; inkrimping; kostenbesparing; laagte; laten zakken; neerlaten; ontering; salarisverlaging; uitzakking; verkorting; verlaging; verzakking
Sinken afname; daling; minder worden; terugloop; val inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen
Verminderung afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering afname; afzwakking; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kleiner maken; kostenbesparing; minder worden; ontering; reduceren; salarisverlaging; verkorting; verlaging; vermindering
Verringerung afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering afzwakking; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; ontering; salarisverlaging; verkleining; verkorting; verlaging; vermindering

Verwante woorden van "daling":

  • dalingen

Wiktionary: daling

daling
noun
  1. het dalen, het lager worden

Cross Translation:
FromToVia
daling Degradierung; Degeneration; Rückbildung; Entartung; Erniedrigung abaissementaction d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.

Verwante vertalingen van daling