Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deugdzaamheid (Nederlands) in het Duits

deugdzaamheid:

deugdzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de deugdzaamheid (degelijkheid; eerbaarheid; deugdelijkheid)
    die Sittsamkeit; die Tugendhaftigkeit; die Rechtschaffenheit

Vertaal Matrix voor deugdzaamheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rechtschaffenheit degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid getrouwheid; loyaliteit; onkreukbaarheid; trouw; trouwhartigheid
Sittsamkeit degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; eerbaarheid; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; fatsoensnormen; gepastheid; gevoeglijkheid; keurigheid; kiesheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
Tugendhaftigkeit degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid

Verwante woorden van "deugdzaamheid":


Wiktionary: deugdzaamheid


Cross Translation:
FromToVia
deugdzaamheid Tugend virtue — excellence in morals
deugdzaamheid Keuschheit virtue — chastity and faithfulness

deugdzaam:

deugdzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. deugdzaam (eerzaam; zedig)
    höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig
  2. deugdzaam (braaf; zoet; lief; voorbeeldig)
    brav; vorbildlich; artig; sittsam

Vertaal Matrix voor deugdzaam:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achtenswert deugdzaam; eerzaam; zedig achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig
angemessen deugdzaam; eerzaam; zedig adequaat; behoorlijk; decent; eerbaar; fatsoenlijk; gepast; geschikt; geëigend; juist; keurig; manierlijk; netjes; nogal; ordentelijk; passend; redelijk; tamelijk; welvoeglijk
anständig deugdzaam; eerzaam; zedig behoorlijk; beschaafd; billijk; danig; duchtig; eerlijk; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geschikt; kuis; net; netjes; nogal; ontwikkeld; ordentelijk; redelijk; rein; schappelijk; schoon; tamelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
artig braaf; deugdzaam; eerzaam; lief; voorbeeldig; zedig; zoet
brav braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet dapper; decent; eerbaar; fatsoenlijk; heldhaftig; heroïsch; kloek; manierlijk; moedig; netjes; onverschrokken; stout; stoutmoedig; welvoeglijk
ehrbar deugdzaam; eerzaam; zedig achtbaar; achtenswaardig; eerbaar; eerbiedwaardig; kuis; zedig
ehrenwert deugdzaam; eerzaam; zedig achtbaar; achtenswaardig; eerbiedwaardig; eerlijk; fair
galant deugdzaam; eerzaam; zedig chic; elegant; esthetisch; gracieus; modieuze verfijning; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
höflich deugdzaam; eerzaam; zedig attent; beschaafd; coöperatief; decent; dienstwillig; eerbaar; fatsoenlijk; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; gedienstig; hoffelijk; hoofs; manierlijk; medewerkend; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk; welwillend
ordentlich deugdzaam; eerzaam; zedig behoorlijk; betamelijk; correct; danig; duchtig; fatsoenlijk; goed geordend; keurig; methodisch; netjes; onberispelijk; onbesproken; opgeruimd; ordelijk; ordentelijk; planmatig; proper; schoon; stelselmatig; systematisch; welgeordend; welgevoeglijk; welvoeglijk; zindelijk; zuiver
schicklich deugdzaam; eerzaam; zedig betamelijk; gepast; geschikt; geëigend; keurig; netjes; passend; voegzaam; welgevoeglijk; welvoeglijk
sittsam braaf; deugdzaam; eerzaam; lief; voorbeeldig; zedig; zoet braafjes; decent; eerbaar; ethisch; fatsoenlijk; gekuist; goed opgevoed; ingetogen; kuis; manierlijk; moralistisch; moreel; net; netjes; rein; schoon; stemmig; vervuld van moralisme; welvoeglijk; zedelijk; zedig
tugendhaft deugdzaam; eerzaam; zedig decent; eerbaar; fatsoenlijk; manierlijk; modelmatig; netjes; voorbeeldig; welvoeglijk
vorbildlich braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet modelmatig; voorbeeldig
wohlanständig deugdzaam; eerzaam; zedig beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed
wohlerzogen deugdzaam; eerzaam; zedig beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; netjes; ontwikkeld; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed

Verwante woorden van "deugdzaam":