Nederlands

Uitgebreide vertaling voor discipline (Nederlands) in het Duits

discipline:

discipline [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de discipline (tucht; onderwerping; gehoorzaamheid; orde; dwang)
    die Ordnung; die Disziplin; die Zucht; die Anordnung; der Vorschrift; die Fügung; die Verordnung; die Regel; die Bestimmung; die Unterwerfung; die Verfügung
  2. de discipline (tak van wetenschap)
    die Disziplin; Fachgebiet; die Fachwissenschaft; Fach; der Sektor

Vertaal Matrix voor discipline:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afstelling; arrangement; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; determinatie; gehoorzaamheid; indeling; inregeling; instelling; onderwerping; opbouw; opstelling; orde; ordening; organisatie; raadsbesluit; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; reglement; regularisatie; samenstelling; schikking; structuur; systeem; vaststelling; voorschrift; wet
Bestimmung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afspraak; akkoord; bepaling; besluit; besluiten; bestemming; constatering; determinatie; doel; eindhalte; eindpunt; eindstation; orde; overeenkomst; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; reisbestemming; schikking; uiteindelijke doel; vaststelling; voorschrift; wet
Disziplin discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tak van wetenschap; tucht gehoorzaamheid; onderwerping
Fach discipline; tak van wetenschap beroep; deelsoort; metier; specialisatie; specialisme; tak; vak; vakgebied; werk
Fachgebiet discipline; tak van wetenschap specialisatie; specialisme; vakgebied
Fachwissenschaft discipline; tak van wetenschap
Fügung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht arrangement; bepaling; regelgeving; regeling; regularisatie; woordgroep
Ordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht arrangement; bestel; dienstvoorschrift; indeling; opbouw; opstelling; orde; ordening; organisatie; rangschikking; regel; regelgeving; regeling; regelmaat; reglement; regularisatie; samenstel; samenstelling; schikking; structuur; systeem; voorschrift; wet
Regel discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht constatering; filter; misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid; regel; stelregel; vaststelling
Sektor discipline; tak van wetenschap sector; specialisatie; specialisme; vakgebied
Unterwerfung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht gehoorzaamheid; onderwerping; submissie
Verfügung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afkondiging; besluit; besluiten; compromis; decreet; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; uitvaardiging; vergelijk; voorschrift; wet
Verordnung discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afkondiging; bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; decreet; determinatie; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; uitvaardiging; vaststelling; verordening; voorschrift; wet
Vorschrift discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
Zucht discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; doen voorttelen; fok; fokken; fokkerij; gebroed; gespuis; kweek; kweken; reproductie; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting

Verwante woorden van "discipline":

  • disciplines

Wiktionary: discipline


Cross Translation:
FromToVia
discipline Disziplin discipline — controlled behaviour, self-control
discipline Bestrafung; Strafe discipline — punishment
discipline Disziplin discipline — specific branch or knowledge or learning
discipline Disziplin discipline — category in which a certain activity belongs
discipline Disziplin; Zucht; Ordnung; Wissenschaftszweig; Lehrfach; Unterrichtsfach; Teilgebiet; Sondergebiet; Geißel discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.