Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doordrukken (Nederlands) in het Duits

doordrukken:

doordrukken werkwoord (druk door, drukt door, drukte door, drukten door, doorgedrukt)

  1. doordrukken (drukkend door iets heen brengen; doorstoten)
    durchstoßen; drängen; etwas durchdrücken; etwas durchbringen
  2. doordrukken (zeuren; drammen; aandringen; doordrammen)
    nerven; drängen; durchstoßen; einrammen; einhämmern
    • nerven werkwoord
    • drängen werkwoord (dränge, drängst, drängt, drängte, drängtet, gedrängt)
    • durchstoßen werkwoord (durchstoße, durchstößst, durchstößt, durchstieß, durchstießt, durchstoßen)
    • einrammen werkwoord (ramme ein, rammst ein, rammt ein, rammte ein, rammtet ein, eingerammt)
    • einhämmern werkwoord (hämmere ein, hämmerst ein, hämmert ein, hämmerte ein, hämmertet ein, eingehämmert)
  3. doordrukken (door iets heen drukken; doorstoten)
    einrammen; durchstoßen
    • einrammen werkwoord (ramme ein, rammst ein, rammt ein, rammte ein, rammtet ein, eingerammt)
    • durchstoßen werkwoord (durchstoße, durchstößst, durchstößt, durchstieß, durchstießt, durchstoßen)

Conjugations for doordrukken:

o.t.t.
  1. druk door
  2. drukt door
  3. drukt door
  4. drukken door
  5. drukken door
  6. drukken door
o.v.t.
  1. drukte door
  2. drukte door
  3. drukte door
  4. drukten door
  5. drukten door
  6. drukten door
v.t.t.
  1. heb doorgedrukt
  2. hebt doorgedrukt
  3. heeft doorgedrukt
  4. hebben doorgedrukt
  5. hebben doorgedrukt
  6. hebben doorgedrukt
v.v.t.
  1. had doorgedrukt
  2. had doorgedrukt
  3. had doorgedrukt
  4. hadden doorgedrukt
  5. hadden doorgedrukt
  6. hadden doorgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal doordrukken
  2. zult doordrukken
  3. zal doordrukken
  4. zullen doordrukken
  5. zullen doordrukken
  6. zullen doordrukken
o.v.t.t.
  1. zou doordrukken
  2. zou doordrukken
  3. zou doordrukken
  4. zouden doordrukken
  5. zouden doordrukken
  6. zouden doordrukken
en verder
  1. is doorgedrukt
  2. zijn doorgedrukt
diversen
  1. druk door!
  2. drukt door!
  3. doorgedrukt
  4. doordrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doordrukken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drängen aandringen; doordrammen; doordrukken; doorstoten; drammen; drukkend door iets heen brengen; zeuren stuwen; voortstuwen; vooruitduwen
durchstoßen aandringen; door iets heen drukken; doordrammen; doordrukken; doorstoten; drammen; drukkend door iets heen brengen; zeuren doorboren; doorbreken; doorsteken; erdoor steken; gaatjes maken in; perforeren
einhämmern aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren heien; inhameren; inprenten; instampen; klinken; op het hart drukken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
einrammen aandringen; door iets heen drukken; doordrammen; doordrukken; doorstoten; drammen; zeuren binnenrammen; heien; inheien
etwas durchbringen doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen
etwas durchdrücken doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen
nerven aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren etteren; vervelend doen