Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. draven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor draven (Nederlands) in het Duits

draven:

draven werkwoord (draaf, draaft, draafde, draafden, gedraafd)

  1. draven (hard rennen; pezen; sprinten; hollen)
    rennen
    • rennen werkwoord (renne, rennst, rennt, rannte, ranntet, gerannt)

Conjugations for draven:

o.t.t.
  1. draaf
  2. draaft
  3. draaft
  4. draven
  5. draven
  6. draven
o.v.t.
  1. draafde
  2. draafde
  3. draafde
  4. draafden
  5. draafden
  6. draafden
v.t.t.
  1. heb gedraafd
  2. hebt gedraafd
  3. heeft gedraafd
  4. hebben gedraafd
  5. hebben gedraafd
  6. hebben gedraafd
v.v.t.
  1. had gedraafd
  2. had gedraafd
  3. had gedraafd
  4. hadden gedraafd
  5. hadden gedraafd
  6. hadden gedraafd
o.t.t.t.
  1. zal draven
  2. zult draven
  3. zal draven
  4. zullen draven
  5. zullen draven
  6. zullen draven
o.v.t.t.
  1. zou draven
  2. zou draven
  3. zou draven
  4. zouden draven
  5. zouden draven
  6. zouden draven
en verder
  1. ben gedraafd
  2. bent gedraafd
  3. is gedraafd
  4. zijn gedraafd
  5. zijn gedraafd
  6. zijn gedraafd
diversen
  1. draaf!
  2. draaft!
  3. gedraafd
  4. dravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

draven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. draven (gedraaf)
    Traben; Getraabe
    • Traben [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Getraabe [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor draven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Getraabe draven; gedraaf
Traben draven; gedraaf
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rennen draven; hard rennen; hollen; pezen; sprinten hardlopen; hollen; motorracen; racen; rennen; snellen; spoeden; tempo maken

Wiktionary: draven


Cross Translation:
FromToVia
draven traben; trotten trotteraller le trot.

Verwante vertalingen van draven