Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. financieren:
  2. financier:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor financieren (Nederlands) in het Duits

financieren:

financieren werkwoord (financier, financiert, financierde, financierden, gefinancierd)

  1. financieren
    finanzieren
    • finanzieren werkwoord (finanziere, finanzierst, finanziert, finanzierte, finanziertet, finanziert)
  2. financieren
    finanzieren; aushalten
    • finanzieren werkwoord (finanziere, finanzierst, finanziert, finanzierte, finanziertet, finanziert)
    • aushalten werkwoord (halte aus, hältst aus, hält aus, hielt aus, hieltet aus, ausgehalten)

Conjugations for financieren:

o.t.t.
  1. financier
  2. financiert
  3. financiert
  4. financieren
  5. financieren
  6. financieren
o.v.t.
  1. financierde
  2. financierde
  3. financierde
  4. financierden
  5. financierden
  6. financierden
v.t.t.
  1. heb gefinancierd
  2. hebt gefinancierd
  3. heeft gefinancierd
  4. hebben gefinancierd
  5. hebben gefinancierd
  6. hebben gefinancierd
v.v.t.
  1. had gefinancierd
  2. had gefinancierd
  3. had gefinancierd
  4. hadden gefinancierd
  5. hadden gefinancierd
  6. hadden gefinancierd
o.t.t.t.
  1. zal financieren
  2. zult financieren
  3. zal financieren
  4. zullen financieren
  5. zullen financieren
  6. zullen financieren
o.v.t.t.
  1. zou financieren
  2. zou financieren
  3. zou financieren
  4. zouden financieren
  5. zouden financieren
  6. zouden financieren
en verder
  1. ben gefinancierd
  2. bent gefinancierd
  3. is gefinancierd
  4. zijn gefinancierd
  5. zijn gefinancierd
  6. zijn gefinancierd
diversen
  1. financier!
  2. financiert!
  3. gefinancierd
  4. financierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor financieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aushalten financieren doorleven; doorstaan; dragen; dulden; financieel steunen; harden; onderhouden; standhouden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden; zich staande houden
finanzieren financieren

Verwante woorden van "financieren":


Wiktionary: financieren

financieren
verb
  1. voorzien van de benodigde geldmiddelen

Cross Translation:
FromToVia
financieren finanzieren finance — to obtain or provide funding for a transaction or undertaking
financieren finanzieren fund — to pay for

financier:

financier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de financier (geldschieter; geldgever)
    der Finanzier; der Geldgeber

Vertaal Matrix voor financier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Finanzier financier; geldgever; geldschieter
Geldgeber financier; geldgever; geldschieter belegger; investeerder; kredietgever; leningverstrekker

Verwante woorden van "financier":