Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. frisser worden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor frisser worden (Nederlands) in het Duits

frisser worden:

frisser worden werkwoord (word frisser, wordt frisser, werd frisser, werden frisser, frisser geworden)

  1. frisser worden
    auffrischen
    • auffrischen werkwoord (frische auf, frischt auf, frischte auf, frischtet auf, aufgefrischt)

Conjugations for frisser worden:

o.t.t.
  1. word frisser
  2. wordt frisser
  3. wordt frisser
  4. worden frisser
  5. worden frisser
  6. worden frisser
o.v.t.
  1. werd frisser
  2. werd frisser
  3. werd frisser
  4. werden frisser
  5. werden frisser
  6. werden frisser
v.t.t.
  1. ben frisser geworden
  2. bent frisser geworden
  3. is frisser geworden
  4. zijn frisser geworden
  5. zijn frisser geworden
  6. zijn frisser geworden
v.v.t.
  1. was frisser geworden
  2. was frisser geworden
  3. was frisser geworden
  4. waren frisser geworden
  5. waren frisser geworden
  6. waren frisser geworden
o.t.t.t.
  1. zal frisser worden
  2. zult frisser worden
  3. zal frisser worden
  4. zullen frisser worden
  5. zullen frisser worden
  6. zullen frisser worden
o.v.t.t.
  1. zou frisser worden
  2. zou frisser worden
  3. zou frisser worden
  4. zouden frisser worden
  5. zouden frisser worden
  6. zouden frisser worden
diversen
  1. word frisser!
  2. wordt frisser!
  3. frisser geworden
  4. frisser wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor frisser worden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auffrischen frisser worden bijkomen; fleurig maken; op adem komen; opfleuren; opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen

Verwante vertalingen van frisser worden