Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gebonk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebonk (Nederlands) in het Duits

gebonk:

gebonk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebonk (gebons; gebeuk)
    Gedröhn; Schlagen; Getöse; Stampfen; Gedröhne

Vertaal Matrix voor gebonk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gedröhn gebeuk; gebonk; gebons daveren; denderen; dreunen; gestamp; getrappel
Gedröhne gebeuk; gebonk; gebons daveren; denderen; dreunen; gedreun
Getöse gebeuk; gebonk; gebons beroering; drukte; gebrul; gebulder; geloei; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; loeien van de wind; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
Schlagen gebeuk; gebonk; gebons geklots
Stampfen gebeuk; gebonk; gebons geklos; klossen