Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gecultiveerd:
  2. cultiveren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gecultiveerd (Nederlands) in het Duits

gecultiveerd:

gecultiveerd bijvoeglijk naamwoord

  1. gecultiveerd
    bebaut
    • bebaut bijvoeglijk naamwoord
  2. gecultiveerd (geciviliseerd; ontwikkeld; beschaafd)
    zivilisiert; kultiviert; gepflegt; wohlerzogen; korrekt; gut versorgt; anständig; höflich
  3. gecultiveerd (met zorg aangekweekt)
    gepflegt; kultiviert

Vertaal Matrix voor gecultiveerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anständig beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld behoorlijk; beschaafd; billijk; danig; deugdzaam; duchtig; eerlijk; eerzaam; fair; fatsoenlijk; geschikt; kuis; net; netjes; nogal; ordentelijk; redelijk; rein; schappelijk; schoon; tamelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
bebaut gecultiveerd bebouwd
gepflegt beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; met zorg aangekweekt; ontwikkeld aangekleed; chic; decent; deftig; eerbaar; elegant; esthetisch; fatsoenlijk; gedistingeerd; gekleed; manierlijk; modieuze verfijning; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; schoon; smaakvol; stijlvol; verfijnd; vooraanstaand; voornaam; welvoeglijk; zindelijk
gut versorgt beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
höflich beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld attent; beschaafd; coöperatief; decent; deugdzaam; dienstwillig; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; galant; gedienstig; hoffelijk; hoofs; manierlijk; medewerkend; netjes; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk; welwillend; zedig
korrekt beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld aangekleed; accuraat; billijk; correct; coöperatief; decent; eerbaar; eerlijk; exact; fair; fatsoenlijk; gedetailleerd; gekleed; geschikt; goed; juist; keurig; krek; manierlijk; medewerkend; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; op een aardige manier; precies; punctueel; ragfijn; redelijk; schappelijk; secuur; stipt; strikt; vriendelijk; welvoeglijk; welwillend; zorgvuldig
kultiviert beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; met zorg aangekweekt; ontwikkeld
wohlerzogen beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld beleefd; beschaafd; deugdzaam; eerzaam; fatsoenlijk; gemanierd; netjes; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
zivilisiert beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed

gecultiveerd vorm van cultiveren:

cultiveren werkwoord (cultiveer, cultiveert, cultiveerde, cultiveerden, gecultiveerd)

  1. cultiveren (beschaven; ontwikkelen; civiliseren)
    zivilisieren
    • zivilisieren werkwoord (zivilisiere, zivilisierst, zivilisiert, zivilisierte, zivilisiertet, zivilisiert)

Conjugations for cultiveren:

o.t.t.
  1. cultiveer
  2. cultiveert
  3. cultiveert
  4. cultiveren
  5. cultiveren
  6. cultiveren
o.v.t.
  1. cultiveerde
  2. cultiveerde
  3. cultiveerde
  4. cultiveerden
  5. cultiveerden
  6. cultiveerden
v.t.t.
  1. heb gecultiveerd
  2. hebt gecultiveerd
  3. heeft gecultiveerd
  4. hebben gecultiveerd
  5. hebben gecultiveerd
  6. hebben gecultiveerd
v.v.t.
  1. had gecultiveerd
  2. had gecultiveerd
  3. had gecultiveerd
  4. hadden gecultiveerd
  5. hadden gecultiveerd
  6. hadden gecultiveerd
o.t.t.t.
  1. zal cultiveren
  2. zult cultiveren
  3. zal cultiveren
  4. zullen cultiveren
  5. zullen cultiveren
  6. zullen cultiveren
o.v.t.t.
  1. zou cultiveren
  2. zou cultiveren
  3. zou cultiveren
  4. zouden cultiveren
  5. zouden cultiveren
  6. zouden cultiveren
en verder
  1. ben gecultiveerd
  2. bent gecultiveerd
  3. is gecultiveerd
  4. zijn gecultiveerd
  5. zijn gecultiveerd
  6. zijn gecultiveerd
diversen
  1. cultiveer!
  2. cultiveert!
  3. gecultiveerd
  4. cultiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

cultiveren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. cultiveren (beschaven; ontwikkelen; vormen)
    Entwickeln; Kultivieren; Zivilisieren
  2. cultiveren (bevorderen; stimuleren)
    Fördern; Anbauen; Kultivieren

Vertaal Matrix voor cultiveren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anbauen bevorderen; cultiveren; stimuleren aankweken; aanplanten; culture; kweken; plantage; planten; telen; verbouwen
Entwickeln beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
Fördern bevorderen; cultiveren; stimuleren
Kultivieren beschaven; bevorderen; cultiveren; ontwikkelen; stimuleren; vormen
Zivilisieren beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zivilisieren beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen

Wiktionary: cultiveren

cultiveren
verb
  1. in cultuur brengen

Cross Translation:
FromToVia
cultiveren pflegen; kultivieren cultivate — nurture