Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. geld afpassen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geld afpassen (Nederlands) in het Duits

geld afpassen:

geld afpassen werkwoord

  1. geld afpassen (passen; aftellen)
    abzählen; passen; zählen; abpassen; abgepaßt
    • abzählen werkwoord (zähle ab, zählst ab, zählt ab, zählte ab, zähltet ab, abgezählt)
    • passen werkwoord (paße, paßest, paßt, paßte, paßtet, gepaßt)
    • zählen werkwoord (zähle, zählst, zählt, zählte, zähltet, gezählt)
    • abpassen werkwoord (paße ab, paßt ab, paßte ab, paßtet ab, abgepaßt)
    • abgepaßt werkwoord

Vertaal Matrix voor geld afpassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abpassen aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
abzählen aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abgepaßt aftellen; geld afpassen; passen
abpassen aftellen; geld afpassen; passen afpassen; opwachten
abzählen aftellen; geld afpassen; passen tellen
passen aftellen; geld afpassen; passen aanstaan; betamen; bevallen; bijpassen; conveniëren; correct zijn; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; in werking zijn; juist zijn; kloppen; overeenstemmen; passen; passend zijn; prettig vinden; schikken; uitkomen
zählen aftellen; geld afpassen; passen tellen

Verwante vertalingen van geld afpassen