Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal gepeupel

Vertaal gepeupel van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

gepeupel:
- Sippschaft; Lumpengesindel; Pöbel; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; Plebs; Gezücht
Wiktionary:
- gepeupel → Pöbel

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gepeupel (Nederlands) in het Duits

gepeupel:

gepeupel [het ~] zelfstandig naamwoord

het gepeupel (plebs; rapaille; grauw)
die Sippschaft; Lumpengesindel; der Pöbel; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; der Plebs; Gezücht
- Sippschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lumpengesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geschirr [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gesindel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Angelgerät [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gelichter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Plebs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gezücht [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gepeupel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angelgerät	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	hengel; hengelgerei; visgerei; vishengel; visnet; vistuig
Gelichter	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; gebroed
Geschirr	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	afwas; porselein; vaat; vaatwerk
Gesindel	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; gajes; geboefte; gebroed; gespuis; geteisem; janhagel; schorriemorrie; tuig; uitschot
Gezücht	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	aanfok; broed; broedsel; fok; fokkerij; gebroed; gespuis; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting
Lumpengesindel	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; gajes; geboefte; gebroed; gespuis; schorriemorrie; tuig; uitschot
Plebs	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; gebroed
Pöbel	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; canaille; gajes; geboefte; gebroed; gespuis; grauw; grom; schorriemorrie; snauw; tuig; uitschot
Sippschaft	gepeupel; grauw; plebs; rapaille	broeden; familie; gajes; gebroed; gezin; huisgezin

Wiktionary: gepeupel

Cross Translation:

From	To	Via
• gepeupel	→ Pöbel	↔ hoi polloi — the common people