Nederlands

Uitgebreide vertaling voor getapt (Nederlands) in het Duits

getapt:

getapt bijvoeglijk naamwoord

  1. getapt
    beliebt

Vertaal Matrix voor getapt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beliebt getapt begeerd; begerenswaardig; bemind; dierbaar; favoriet; geliefd; gevierd; gevraagd; gewaardeerd; gewild; gezocht; het meest gewild; lief; populair; toegenegen; veelgevraagd

Wiktionary: getapt


Cross Translation:
FromToVia
getapt vom Fass draft — Referring to drinks on tap
getapt populär; volkstümlich populaire — Qui concerner le peuple, qui appartenir au peuple.

getapt vorm van tappen:

tappen werkwoord (tap, tapt, tapte, tapten, getapt)

  1. tappen (aftappen)
    zapfen; abnehmen; abzapfen
    • zapfen werkwoord (zapfe, zapfst, zapft, zapfte, zapftet, gezapft)
    • abnehmen werkwoord (nehme ab, nimmst ab, nimmt ab, nahm ab, nahmt ab, abgenommen)
    • abzapfen werkwoord (zapfe ab, zapfst ab, zapft ab, zapfte ab, zapftet ab, abgezapft)
  2. tappen (bijgieten; serveren; inschenken; intappen; schenken)
    einschenken; gießen; nachschenken; hineingießen; nachgiessen
    • einschenken werkwoord (schenke ein, schenkst ein, schenkt ein, schenkte ein, schenktet ein, eingeschenkt)
    • gießen werkwoord (gieße, gießt, goß, goßt, gegossen)
    • nachschenken werkwoord
    • hineingießen werkwoord (gieße hinein, gießt hinein, gieß hinein, goß hinein, goßt hinein, hineingegossen)
    • nachgiessen werkwoord (gieße nach, gießest nach, gießt nach, goßt nach, nachgegossen)

Conjugations for tappen:

o.t.t.
  1. tap
  2. tapt
  3. tapt
  4. tappen
  5. tappen
  6. tappen
o.v.t.
  1. tapte
  2. tapte
  3. tapte
  4. tapten
  5. tapten
  6. tapten
v.t.t.
  1. heb getapt
  2. hebt getapt
  3. heeft getapt
  4. hebben getapt
  5. hebben getapt
  6. hebben getapt
v.v.t.
  1. had getapt
  2. had getapt
  3. had getapt
  4. hadden getapt
  5. hadden getapt
  6. hadden getapt
o.t.t.t.
  1. zal tappen
  2. zult tappen
  3. zal tappen
  4. zullen tappen
  5. zullen tappen
  6. zullen tappen
o.v.t.t.
  1. zou tappen
  2. zou tappen
  3. zou tappen
  4. zouden tappen
  5. zouden tappen
  6. zouden tappen
en verder
  1. ben getapt
  2. bent getapt
  3. is getapt
  4. zijn getapt
  5. zijn getapt
  6. zijn getapt
diversen
  1. tap!
  2. tapt!
  3. getapt
  4. tappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tappen (kranen)
    die Kräne
    • Kräne [die ~] zelfstandig naamwoord

tappen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tappen (biertappen)
    Abzapfen; die Abfüllung

Vertaal Matrix voor tappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abfüllung biertappen; tappen bottelen; botteling
Abzapfen biertappen; tappen
Kräne kranen; tappen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abnehmen aftappen; biertappen; tappen achteruitgaan; afdekken; afhalen; afnemen; afruimen; afslanken; bederven; beroven; beroven van; bestelen; degenereren; depriveren; in de war sturen; inkrimpen; inzakken; kleiner worden; lijnen; meenemen; nekken; ontnemen; ophalen; opruimen; ruïneren; slinken; sterk afnemen; te kort doen; teruglopen; vallen; verderven; verworden; verzieken; weghalen; wegnemen
abzapfen aftappen; biertappen; tappen overhevelen; overtappen
einschenken bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen doneren; geven; ingieten; overgieten; overschenken; overstorten; schenken
gießen bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen cadeau doen; cadeau geven; doneren; geven; gieten; ingieten; overgieten; overschenken; overstorten; plenzen; schenken; stortregenen; vergieten; volschenken; vullen
hineingießen bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen begieten; besproeien; in laten stromen; laten stromen in; overgieten; overschenken; overstorten; water geven
nachgiessen bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen
nachschenken bijgieten; inschenken; intappen; schenken; serveren; tappen
zapfen aftappen; biertappen; tappen overhevelen; overtappen

Verwante woorden van "tappen":


Wiktionary: tappen


Cross Translation:
FromToVia
tappen anzapfen tap — to draw off liquid from a vessel
tappen auslassen; herauslassen; herausfließen lassen lâcherdétendre, desserrer quelque chose.
tappen zurückziehen; entlocken; entziehen; extrahieren; zapfen; zücken retirertirer à nouveau.
tappen verkaufen; veräußern vendrealiéner une chose, transporter, céder à quelqu’un la propriété d’une chose pour un certain prix, contre une somme d'argent.