Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. geval:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geval (Nederlands) in het Duits

geval:

geval [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geval (aangelegenheid; kwestie; zaak; affaire)
    die Sache; die Angelegenheit; die Affäre; die Frage
    • Sache [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Angelegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Affäre [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frage [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het geval (casus; kwestie)
    der Fall; der Vorfall; der Vorgang; der Zwischenfall
    • Fall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorfall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorgang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zwischenfall [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. het geval (kwestie; zaak)
    die Sache; die Angelegenheit
  4. het geval (probleemgeval)
    die Fälle; der Fall; der Problemfall; Objekt; die Geschichte; die Scherereien

Vertaal Matrix voor geval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Affäre aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak affaire; avontuurtje; liaison; liefdesrelatie; relatie; slippertje; verhouding
Angelegenheit aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak affaire; issue; kwestie; liaison; liefdesrelatie; punt; relatie; verhouding
Fall casus; geval; kwestie; probleemgeval debacle; dreun; gezichtshoek; gezichtspunt; ineenstorting; ineenzakking; instorting; invalshoek; issue; klap; knal; kwak; kwestie; naamval; ondergang; oogpunt; perspectief; punt; smak; standpunt; teloorgang; tenondergang; val; verderf; zienswijs
Frage aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak issue; kwestie; punt; vraag
Fälle geval; probleemgeval
Geschichte geval; probleemgeval bedenksel; fabel; fictie; geschiedenis; historie; leugen; rapport; relaas; reportage; sprookje; verdichting; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verslag; vertelling; vertelsel; verzinsel; weergave
Objekt geval; probleemgeval artikel; ding; goed; item; meewerkend voorwerp; object; voorwerp; zaak
Problemfall geval; probleemgeval
Sache aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; zaak affaire; artikel; ding; gezichtshoek; gezichtspunt; goed; invalshoek; issue; item; kwestie; liaison; liefdesrelatie; object; oogpunt; perspectief; punt; relatie; standpunt; verhouding; voorwerp; zaak; zienswijs
Scherereien geval; probleemgeval chagrijn; ergernis; gelazer; heisa; moeilijkheid; narigheden; narigheid; penarie; probleem; problemen; toestand; trammelant
Vorfall casus; geval; kwestie feit; gebeurtenis; incident; voorval
Vorgang casus; geval; kwestie bewerking; feit; gebeurtenis; incident; voorval
Zwischenfall casus; geval; kwestie incident; zaakje

Verwante woorden van "geval":

  • gevallen

Verwante definities voor "geval":

  1. je weet niet precies wat het is1
    • hoe heet zo'n geval ook weer?1
  2. toestand of situatie1
    • in jouw geval zou ik maar oppassen!1

Wiktionary: geval

geval
noun
  1. bildungssprachlich, selten: Gegenstand, Vorkommnis
  2. Stochastik, Logik: das Eintreten eines Zustandes

Cross Translation:
FromToVia
geval Fall case — instance or event as a topic of study

Verwante vertalingen van geval