Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. het hof maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor het hof maken (Nederlands) in het Duits

het hof maken:

het hof maken werkwoord (maak het hof, maakt het hof, maakte het hof, maakten het hof, het hof gemaakt)

  1. het hof maken
    den Hof machen
    • den Hof machen werkwoord (mache den Hof, machst den Hof, macht den Hof, machte den Hof, machtet den Hof, den Hof gemacht)

Conjugations for het hof maken:

o.t.t.
  1. maak het hof
  2. maakt het hof
  3. maakt het hof
  4. maken het hof
  5. maken het hof
  6. maken het hof
o.v.t.
  1. maakte het hof
  2. maakte het hof
  3. maakte het hof
  4. maakten het hof
  5. maakten het hof
  6. maakten het hof
v.t.t.
  1. heb het hof gemaakt
  2. hebt het hof gemaakt
  3. heeft het hof gemaakt
  4. hebben het hof gemaakt
  5. hebben het hof gemaakt
  6. hebben het hof gemaakt
v.v.t.
  1. had het hof gemaakt
  2. had het hof gemaakt
  3. had het hof gemaakt
  4. hadden het hof gemaakt
  5. hadden het hof gemaakt
  6. hadden het hof gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal het hof maken
  2. zult het hof maken
  3. zal het hof maken
  4. zullen het hof maken
  5. zullen het hof maken
  6. zullen het hof maken
o.v.t.t.
  1. zou het hof maken
  2. zou het hof maken
  3. zou het hof maken
  4. zouden het hof maken
  5. zouden het hof maken
  6. zouden het hof maken
en verder
  1. ben het hof gemaakt
  2. bent het hof gemaakt
  3. is het hof gemaakt
  4. zijn het hof gemaakt
  5. zijn het hof gemaakt
  6. zijn het hof gemaakt
diversen
  1. maak het hof!
  2. maakt het hof!
  3. het hof gemaakt
  4. het hof makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor het hof maken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
den Hof machen het hof maken hof maken; opvrijen

Verwante vertalingen van het hof maken