Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hoofddeksel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoofddeksel (Nederlands) in het Duits

hoofddeksel:

hoofddeksel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hoofddeksel (muts)
    die Mütze; die Kappe; die Kopfbedeckung
  2. het hoofddeksel (kap)
    die Decke; Verdeck; Schutzdach; die Überdachung
  3. het hoofddeksel (pet)
    die Kappe; die Mütze; der Hut; die Kopfbedeckung
    • Kappe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mütze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hut [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kopfbedeckung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoofddeksel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Decke hoofddeksel; kap afdekkap; beddedeken; dak; dek; deken; dekkleed; geluidsniveau; kap; kleed; koepel; overdekking; overkapping; plafond; volume
Hut hoofdbedekking; hoofddeksel; pet hoed
Kappe hoofdbedekking; hoofddeksel; muts; pet afdekkap; baret; bolkap; bolsegment; bolster; dak; dop; kap; koepel; muts; overdekking; overkapping; schaal; schil
Kopfbedeckung hoofdbedekking; hoofddeksel; muts; pet afdekkap; dak; hoed; kap; koepel; overdekking; overkapping
Mütze hoofdbedekking; hoofddeksel; muts; pet afdekkap; baret; dak; kap; koepel; muts; overdekking; overkapping
Schutzdach hoofddeksel; kap afdak; booggewelf; gewelf; luifel
Verdeck hoofddeksel; kap
Überdachung hoofddeksel; kap afdekkap; booggewelf; dak; gewelf; kap; koepel; overdekking; overkapping

Verwante woorden van "hoofddeksel":

  • hoofddeksels

Wiktionary: hoofddeksel

hoofddeksel
noun
  1. ein Kleidungsstück, das den Kopf bedeckt

Verwante vertalingen van hoofddeksel