Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iets ophalen (Nederlands) in het Duits

iets ophalen:

iets ophalen werkwoord

  1. iets ophalen
    ziehen; holen; abholen; schnupfen; schnuppern; aufholen; hissen; hochziehen; auffischen; etwas abholen
    • ziehen werkwoord (ziehe, ziehst, zieht, zog, zogt, gezogen)
    • holen werkwoord (hole, holst, holt, holte, holtet, geholt)
    • abholen werkwoord (hole ab, holst ab, holt ab, holte ab, holtet ab, abgeholt)
    • schnupfen werkwoord (schnupfe, schnupfst, schnupft, schnupfte, schnupftet, geschnupft)
    • schnuppern werkwoord (schnuppere, schnupperst, schnuppert, schnupperte, schnuppertet, geschnuppert)
    • aufholen werkwoord (hole auf, holst auf, holt auf, holte auf, holtet auf, aufgeholt)
    • hissen werkwoord (hisse, hisst, hisste, hisstet, gehisst)
    • hochziehen werkwoord (ziehe hoch, ziehst hoch, zieht hoch, zog hoch, zogt hoch, hochgezogen)
    • auffischen werkwoord (fische auf, fischt auf, fischte auf, fischtet auf, aufgefischt)
    • etwas abholen werkwoord

Vertaal Matrix voor iets ophalen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abholen iets ophalen afhalen en meenemen; een snuif nemen; insnuiven; ophalen; oppikken; opsnuiven; snuiven
auffischen iets ophalen opvissen
aufholen iets ophalen afhalen; afnemen; heffen; hijsen; meenemen; omhoog heffen; omhooghalen; ophalen; opheffen; ophijsen; weghalen; wegnemen
etwas abholen iets ophalen
hissen iets ophalen bouwen; construeren; hieuwen; hieven; met een spil omhoogwerken; omhooghalen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opstijgen; opvliegen
hochziehen iets ophalen een snuif nemen; heffen; hieuwen; hieven; hijsen; insnuiven; lichten; met een spil omhoogwerken; met een takel ophijsen; naar boven tillen; omhoog brengen; omhoog heffen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opheffen; ophijsen; opsnuiven; opstijgen; optillen; opvliegen; snuiven; takelen; tillen
holen iets ophalen afhalen en meenemen; behalen; distribueren; halen; iets halen; lenen; ontlenen; ophalen; oppikken; pakken; ronddelen; uitreiken; verdelen; verkrijgen; winnen
schnupfen iets ophalen een loopneus hebben; een snuif nemen; insnuiven; inzuigen; naar binnen zuigen; opsnuiven; snuiven
schnuppern iets ophalen drugs gebruiken; drugs snuiven; een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; sniffelen; snuffen; snuiven
ziehen iets ophalen aankweken; aanplanten; een snuif nemen; fokken; genereren; hieuwen; hieven; insnuiven; kweken; lenen; met een spil omhoogwerken; ontlenen; opfokken; opkweken; opsnuiven; planten; procreëren; rukken; slepen; sleuren; snuiven; telen; tochten; trekken; verbouwen; voortbrengen

Verwante vertalingen van iets ophalen