Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. iets uitladen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iets uitladen (Nederlands) in het Duits

iets uitladen:

iets uitladen werkwoord

  1. iets uitladen (ontladen; lossen; afladen)
    entladen; abladen; ausladen
    • entladen werkwoord (entlade, entlädst, entlädt, entlud, entludet, entladen)
    • abladen werkwoord (lade ab, lädst, lädt, lud ab, ludet ab, abgeladen)
    • ausladen werkwoord (lade aus, lädst aus, lädt aus, lud aus, ludet aus, ausgeladen)

Vertaal Matrix voor iets uitladen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abladen afladen; iets uitladen; lossen; ontladen
ausladen afladen; iets uitladen; lossen; ontladen iem. afdwingen; lossen; ontrukken; onttrekken; uitladen
entladen afladen; iets uitladen; lossen; ontladen lossen; uitladen

Verwante vertalingen van iets uitladen