Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inbinden:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor inbinden:
    • einbinden


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inbinden (Nederlands) in het Duits

inbinden:

inbinden werkwoord (bind in, bindt in, bond in, bonden in, ingebonden)

  1. inbinden (boekbinden; binden)
    binden; Bücher binden
  2. inbinden (door koken dikker maken; verdikken; door koken verdikken; indikken; inkoken)
  3. inbinden (zich bedwingen)

Conjugations for inbinden:

o.t.t.
  1. bind in
  2. bindt in
  3. bindt in
  4. binden in
  5. binden in
  6. binden in
o.v.t.
  1. bond in
  2. bond in
  3. bond in
  4. bonden in
  5. bonden in
  6. bonden in
v.t.t.
  1. ben ingebonden
  2. bent ingebonden
  3. is ingebonden
  4. zijn ingebonden
  5. zijn ingebonden
  6. zijn ingebonden
v.v.t.
  1. was ingebonden
  2. was ingebonden
  3. was ingebonden
  4. waren ingebonden
  5. waren ingebonden
  6. waren ingebonden
o.t.t.t.
  1. zal inbinden
  2. zult inbinden
  3. zal inbinden
  4. zullen inbinden
  5. zullen inbinden
  6. zullen inbinden
o.v.t.t.
  1. zou inbinden
  2. zou inbinden
  3. zou inbinden
  4. zouden inbinden
  5. zouden inbinden
  6. zouden inbinden
en verder
  1. heb ingebonden
  2. hebt ingebonden
  3. heeft ingebonden
  4. hebben ingebonden
  5. hebben ingebonden
  6. hebben iingebonden
diversen
  1. bind in!
  2. bindt in!
  3. ingebonden
  4. inbindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inbinden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bücher binden binden; boekbinden; inbinden
an sich halten inbinden; zich bedwingen
binden binden; boekbinden; inbinden afbinden; afsnoeren; vastbinden; vastsjorren; verbinden
lang einkochen zum eindicken door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken
sich zwingen inbinden; zich bedwingen

Wiktionary: inbinden

inbinden
verb
  1. door stevige omwikkeling bijeenhouden
  2. losse geschriften tot een enkel boekwerk verwerken
  3. minder heftig te keer gaan

Cross Translation:
FromToVia
inbinden binden; verbinden; verknüpfen; einbinden relierlier de nouveau, refaire le nœud qui liait et qui est défaire.