Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ingang:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ingang (Nederlands) in het Duits

ingang:

ingang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ingang (toegang; entree; inlaat)
    der Zugang; der Eingang; die Tür
    • Zugang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eingang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tür [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de ingang

Vertaal Matrix voor ingang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eingang entree; ingang; inlaat; toegang Postvak IN; entree; hal; map Postvak IN; portaal; vestibule; voorportaal
Tür entree; ingang; inlaat; toegang deur
Zugang entree; ingang; inlaat; toegang entree; entreeprijs; ontvangst; toegangen; toegangsprijs; toename; toename voorraad
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Handle ingang

Synoniemen voor "ingang":


Antoniemen van "ingang":


Verwante definities voor "ingang":

  1. opening waardoor je naar binnen gaat1
    • weet u waar de ingang van deze school is?1

Wiktionary: ingang

ingang
noun
  1. een trefwoord dat te vinden is in een woordenboek
  2. een opening waar iets doorheen kan
ingang
noun
  1. Öffnung eines Organs, durch den etwas hineingelangt
  2. Beginn eines Vorgangs oder einer Rede
  3. Öffnung zum Betreten eines begrenzten Bereiches, z. B. eines Gebäudes

Cross Translation:
FromToVia
ingang Einfahrt; Eingang entrance — The place of entering, as a gate or doorway
ingang Eingang entry — doorway that provides a means of entering a building

Verwante vertalingen van ingang