Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inpekelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inpekelen (Nederlands) in het Duits

inpekelen:

inpekelen werkwoord (pekel in, pekelt in, pekelde in, pekelden in, ingepekeld)

  1. inpekelen (opzouten; inmaken; inzouten)
    einsalzen; einpökeln; einlegen; konservieren; einmachen; einkochen
    • einsalzen werkwoord (salze ein, salzt ein, salzte ein, salztet ein, eingesalzt)
    • einpökeln werkwoord (pökele ein, pökelst ein, pökelt ein, pökelte ein, pökeltet ein, eingepökelt)
    • einlegen werkwoord (lege ein, legst ein, legt ein, legte ein, legtet ein, eingelegt)
    • konservieren werkwoord (konserviere, konservierst, konserviert, konservierte, konserviertet, konserviert)
    • einmachen werkwoord (mache ein, machst ein, macht ein, machte ein, machtet ein, eingemacht)
    • einkochen werkwoord (koche ein, kochst ein, kocht ein, kochte ein, kochtet ein, eingekocht)

Conjugations for inpekelen:

o.t.t.
  1. pekel in
  2. pekelt in
  3. pekelt in
  4. pekelen in
  5. pekelen in
  6. pekelen in
o.v.t.
  1. pekelde in
  2. pekelde in
  3. pekelde in
  4. pekelden in
  5. pekelden in
  6. pekelden in
v.t.t.
  1. heb ingepekeld
  2. hebt ingepekeld
  3. heeft ingepekeld
  4. hebben ingepekeld
  5. hebben ingepekeld
  6. hebben ingepekeld
v.v.t.
  1. had ingepekeld
  2. had ingepekeld
  3. had ingepekeld
  4. hadden ingepekeld
  5. hadden ingepekeld
  6. hadden ingepekeld
o.t.t.t.
  1. zal inpekelen
  2. zult inpekelen
  3. zal inpekelen
  4. zullen inpekelen
  5. zullen inpekelen
  6. zullen inpekelen
o.v.t.t.
  1. zou inpekelen
  2. zou inpekelen
  3. zou inpekelen
  4. zouden inpekelen
  5. zouden inpekelen
  6. zouden inpekelen
en verder
  1. ben ingepekeld
  2. bent ingepekeld
  3. is ingepekeld
  4. zijn ingepekeld
  5. zijn ingepekeld
  6. zijn ingepekeld
diversen
  1. pekel in!
  2. pekelt in!
  3. ingepekeld
  4. inpekelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inpekelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einkochen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten behouden; bewaren; conserveren; dikker worden; door koken dikker worden; geconcentreerder worden; in blik conserveren; inblikken; indikken; inmaken; ruim overklassen; stollen; verdikken; zouten
einlegen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; inpassen; invoegen; koppelen; marineren; mobiliseren; passen in; toebereiden; tussenlassen; tussenleggen; zouten
einmachen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; ruim overklassen; wecken; zouten
einpökeln inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten pekelen; zouten
einsalzen inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten zouten
konservieren inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten behouden; bewaren; conserveren; in blik conserveren; inblikken; inleggen; inmaken; marineren; toebereiden; verduurzamen; wecken; zouten