Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jou:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jou (Nederlands) in het Duits

jou:

jou bijvoeglijk naamwoord

  1. jou (je)
    dich; dir; dein
    • dich bijvoeglijk naamwoord
    • dir bijvoeglijk naamwoord
    • dein bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor jou:

PronounVerwante vertalingenAndere vertalingen
- je
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dich je; jij
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dein je; jou je; jouw
dich je; jou je; jouw
dir je; jou je; jouw

Synoniemen voor "jou":


Verwante definities voor "jou":

  1. tweede persoon enkelvoud, object1
    • ik heb jou iets te vertellen1

Wiktionary: jou

jou
pronoun
  1. tweede persoon enkelvoud (accusatief) ((datief)) informeel

Cross Translation:
FromToVia
jou dich; Sie you — object pronoun: the person being addressed

Verwante vertalingen van jou