Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kabinetten (Nederlands) in het Duits

kabinetten:

kabinetten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kabinetten (kasten)
    der Schränke; Schränkchen; Schreine

Vertaal Matrix voor kabinetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schreine kabinetten; kasten kabinetjes; kastjes; kistjes; schrijnen
Schränkchen kabinetten; kasten kabinetje; kabinetjes; kast; kastje; kastjes
Schränke kabinetten; kasten kabinetjes; kastjes

Verwante woorden van "kabinetten":


kabinet:

kabinet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kabinet (regering; gouvernement; gezag)
    die Regierung; die Staatsführung; die Staatsmacht; die Sammlung; die Kunstgalerie; die Galerie
  2. het kabinet (Kamer der Staten-Generaal; kamer)
    die Kammer; die Generalstaatenkammer
  3. het kabinet (kabinetkast)
    Kabinett; der Schrank; die Sammlung
    • Kabinett [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schrank [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sammlung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kabinet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Galerie gezag; gouvernement; kabinet; regering foyer; gaanderij; galerie; galerij; hal; koffiekamer; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon; torenomgang; trans; zuilengang
Generalstaatenkammer Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer
Kabinett kabinet; kabinetkast zijkamertje
Kammer Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer grote kamer; kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken; zaal
Kunstgalerie gezag; gouvernement; kabinet; regering galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
Regierung gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regering; staatsbestuur
Sammlung gezag; gouvernement; kabinet; kabinetkast; regering bijeenbrenging; collectie; compilatie; museum; museumcollectie; verzameling
Schrank kabinet; kabinetkast kabinetje; kast; kastje
Staatsführung gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
Staatsmacht gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regeringsstelsel; regime; rijksgezag; staatsbestel

Verwante woorden van "kabinet":


Verwante definities voor "kabinet":

  1. alle ministers bij elkaar1
    • het kabinet heeft een besluit genomen1
  2. grote, ouderwetse kast1
    • in het kabinet van oma lagen stapels linnengoed1

Wiktionary: kabinet


Cross Translation:
FromToVia
kabinet Kabinett cabinet — group of advisors
kabinet Ministerium ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.