Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kanten (Nederlands) in het Duits

kanten:

kanten bijvoeglijk naamwoord

  1. kanten
    aus Spitze

kanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kanten (randen; richels)
    die Ränder; die Säume
    • Ränder [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Säume [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kanten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ränder kanten; marges; randen; richels zomen
Säume kanten; marges; randen; richels zomen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aus Spitze kanten

Verwante woorden van "kanten":


kant:

kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kant (zij; zijde)
    die Seite; die Kante; der Rand
    • Seite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kante [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kant (zijkant; rand)
    die Seite; der Rand
    • Seite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de kant (kantkloswerk; kantwerk)
    die Spitzenklöppelei; die Spitze; die Fransenborte; die Spitzenarbeit; die Spitzenkante

Vertaal Matrix voor kant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fransenborte kant; kantkloswerk; kantwerk franje; koers; passement; passementerie; route; versierende omzoming; versiering van rafels
Kante kant; zij; zijde boordsel; galon; kader; lijst; omranding; omzoming; oplegsel; passement; rand; richel; tres
Rand kant; rand; zij; zijde; zijkant boordsel; galon; kader; kantlijn; lijst; marge; omlijsting; omzoming; oplegsel; paginamarge; passement; raam; rand; richel; tres
Seite kant; rand; zij; zijde; zijkant bladzijde; flank; geheugenpagina; koers; page; pagina; route; webpagina; zijde; zijkant
Spitze kant; kantkloswerk; kantwerk aanvoeren; aanvoering; bergspits; bergtop; bovenkant; bovenzijde; culminatie; eerste plaats; franje; gevel; helmpluim; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; leiding; passement; passementerie; piek; pluim; pui; punt; summum; tonsuur; top; toppunt; torenspits; uitsteeksel; versierende omzoming; versiering van rafels; voorgaan; voorgevel; voorsprong; voorzijde; zenit
Spitzenarbeit kant; kantkloswerk; kantwerk passement; passementerie; versierende omzoming
Spitzenkante kant; kantkloswerk; kantwerk
Spitzenklöppelei kant; kantkloswerk; kantwerk
- rand; zijde

Verwante woorden van "kant":


Synoniemen voor "kant":


Verwante definities voor "kant":

  1. kunstig opengewerkt weefsel1
    • zij draagt een kraagje van kant1
  2. buitenste strook1
    • kom niet te dicht bij de kant, anders val je in het water1
  3. elk van de twee delen tegenover elkaar1
    • hij woont aan de andere kant van de stad1
  4. vlak van een voorwerp1
    • een dobbelsteen heeft zes kanten1

Wiktionary: kant

kant
noun
  1. een vorm van vlechtwerk
  2. zijde
  3. aan de andere kant
kant
noun
  1. eine Art Gewebe
  2. Richtung
  3. in einer bestimmten Richtung liegende Begrenzungsfläche
  4. seitlicher (rechts oder links von der Mitte gelegener) Teil einer Sache

Cross Translation:
FromToVia
kant Rand edge — boundary line of a surface
kant Kante edge — in graph theory: any of the pairs of vertices in a graph
kant Hand; Seite hand — side; part; direction, either right or left
kant Spitze lace — fabric
kant Kante line — graph theory: edge of a graph
kant Seite side — flat surface of an object
kant Seite side — left or right half
kant Seite side — surface of a sheet of paper
kant Seite; Flanke côtérégion des côtes, depuis l’aisselle jusqu’à la hanche.
kant Spitze dentelle — couture|fr Sorte de passement à jour et à mailles très fines.
kant Flanke; Seite flancchacune des parties latérales du corps de l’homme ou des animaux, qui est depuis le défaut des côtes jusqu’aux hanches.
kant Ufer; Strand; Küste; Rand; Gestade riveterrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Verwante vertalingen van kanten