Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. keffen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor keffen (Nederlands) in het Duits

keffen:

keffen werkwoord (kef, keft, kefte, keften, gekeft)

  1. keffen (blaffen)
    bellen; kläffen
    • bellen werkwoord (belle, bellst, bellt, bellte, belltet, gebellt)
    • kläffen werkwoord (kläffe, kläffst, kläfft, kläffte, kläfftet, gekläft)

Conjugations for keffen:

o.t.t.
  1. kef
  2. keft
  3. keft
  4. keffen
  5. keffen
  6. keffen
o.v.t.
  1. kefte
  2. kefte
  3. kefte
  4. keften
  5. keften
  6. keften
v.t.t.
  1. heb gekeft
  2. hebt gekeft
  3. heeft gekeft
  4. hebben gekeft
  5. hebben gekeft
  6. hebben gekeft
v.v.t.
  1. had gekeft
  2. had gekeft
  3. had gekeft
  4. hadden gekeft
  5. hadden gekeft
  6. hadden gekeft
o.t.t.t.
  1. zal keffen
  2. zult keffen
  3. zal keffen
  4. zullen keffen
  5. zullen keffen
  6. zullen keffen
o.v.t.t.
  1. zou keffen
  2. zou keffen
  3. zou keffen
  4. zouden keffen
  5. zouden keffen
  6. zouden keffen
diversen
  1. kef!
  2. keft!
  3. gekeft
  4. keffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor keffen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bellen blaffen; keffen brullen; het uitgillen; uitroepen; uitschreeuwen
kläffen blaffen; keffen blaffen; brullen; bulderen; het uitgillen; schreeuwen; uitroepen; uitschreeuwen

Wiktionary: keffen


Cross Translation:
FromToVia
keffen kläffen yap — of a small dog, to bark in a non-growly manner