Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. klaar leggen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klaar leggen (Nederlands) in het Duits

klaar leggen:

klaar leggen werkwoord

  1. klaar leggen (uitspreiden)
    bereitstellen; auslegen; bereitlegen; zurechtlegen
    • bereitstellen werkwoord (stelle bereit, stellst bereit, stellt bereit, stellte bereit, stelltet bereit, bereitgestellt)
    • auslegen werkwoord (lege aus, legst aus, legt aus, legte aus, legtet aus, ausgelegt)
    • bereitlegen werkwoord
    • zurechtlegen werkwoord (lege zurecht, legst zurecht, legt zurecht, legte zurecht, legtet zurecht, zurechtgelegt)

Vertaal Matrix voor klaar leggen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auslegen klaar leggen; uitspreiden accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; uitgooien; uitwerpen; van plan zijn; verduidelijken; verhelderen; verklaren; voorschieten
bereitlegen klaar leggen; uitspreiden klaarleggen; klaarzetten
bereitstellen klaar leggen; uitspreiden alvast neerzetten; beschikbaar stellen; distribueren; faseren; gebruiken; inrichten; klaarleggen; klaarzetten; posten; ronddelen; ter beschikking stellen; uitreiken; verdelen; verschaffen; verstrekken; voorbereiden; voorbereiding treffen
zurechtlegen klaar leggen; uitspreiden klaarleggen; klaarzetten

Verwante vertalingen van klaar leggen