Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kouter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kouter (Nederlands) in het Duits

kouter:

kouter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kouter (prater; keuvelaar; babbelaar; theetante; klapekster)
    der Erzähler; der Plauderer

Vertaal Matrix voor kouter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erzähler babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante verhaler; verteller
Plauderer babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante

Verwante woorden van "kouter":

  • kouters, koutertje