Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kritiseren (Nederlands) in het Duits

kritiseren:

kritiseren werkwoord (kritiseer, kritiseert, kritiseerde, kritiseerden, gekritiseerd)

  1. kritiseren (afkraken; katten; kraken)
    heruntermachen; kritisieren; anprangern; bemängeln; beanstanden; bemäkeln
    • heruntermachen werkwoord (mache herunter, machst herunter, macht herunter, machte herunter, machtet herunter, heruntergemacht)
    • kritisieren werkwoord (kritisiere, kritisierst, kritisiert, kritisierte, kritisiertet, kritisiert)
    • anprangern werkwoord (prangere an, prangerst an, prangert an, prangerte an, prangertet an, angeprangert)
    • bemängeln werkwoord (bemängele, bemängelst, bemängelt, bemängelte, bemängeltet, bemängelt)
    • beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
    • bemäkeln werkwoord (bemäkele, bemäkelst, bemäkelt, bemäkelte, bemäkeltet, bemäkelt)

Conjugations for kritiseren:

o.t.t.
  1. kritiseer
  2. kritiseert
  3. kritiseert
  4. kritiseren
  5. kritiseren
  6. kritiseren
o.v.t.
  1. kritiseerde
  2. kritiseerde
  3. kritiseerde
  4. kritiseerden
  5. kritiseerden
  6. kritiseerden
v.t.t.
  1. heb gekritiseerd
  2. hebt gekritiseerd
  3. heeft gekritiseerd
  4. hebben gekritiseerd
  5. hebben gekritiseerd
  6. hebben gekritiseerd
v.v.t.
  1. had gekritiseerd
  2. had gekritiseerd
  3. had gekritiseerd
  4. hadden gekritiseerd
  5. hadden gekritiseerd
  6. hadden gekritiseerd
o.t.t.t.
  1. zal kritiseren
  2. zult kritiseren
  3. zal kritiseren
  4. zullen kritiseren
  5. zullen kritiseren
  6. zullen kritiseren
o.v.t.t.
  1. zou kritiseren
  2. zou kritiseren
  3. zou kritiseren
  4. zouden kritiseren
  5. zouden kritiseren
  6. zouden kritiseren
diversen
  1. kritiseer!
  2. kritiseert!
  3. gekritiseerd
  4. kritiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kritiseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anprangern afkraken; katten; kraken; kritiseren hekelen
beanstanden afkraken; katten; kraken; kritiseren aanmerking maken; afkeuren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; doorpraten; doorspreken; een klacht indienen; eisen; hekelen; klagen; ongeschikt verklaren; praten over; reclameren; vitten; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
bemäkeln afkraken; katten; kraken; kritiseren hekelen
bemängeln afkraken; katten; kraken; kritiseren bedillen; betuttelen; hekelen; vitten
heruntermachen afkraken; katten; kraken; kritiseren achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden
kritisieren afkraken; katten; kraken; kritiseren bekritiseren; beoordelen; fel bekritiseren; goed- of afkeuren; hekelen; neerhalen; omlaaghalen; vitten

Wiktionary: kritiseren

kritiseren
verb
  1. fachlich beurteilen, besprechen, beschreiben

Cross Translation:
FromToVia
kritiseren abwägen criticise — to evaluate
kritiseren kritisieren criticise — to find fault
kritiseren → [[an den Pranger stellen]] pillory — criticize harshly
kritiseren begutachten; kritisieren critiquer — péjoratif|fr Faire des reproches, faire ressortir uniquement les défauts.
kritiseren nehmen; wegnehmen; einnehmen; wiedererwerben; wiedererlangen reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général)