Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. manhaftigheid:
  2. manhaftig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor manhaftigheid (Nederlands) in het Duits

manhaftigheid:

manhaftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de manhaftigheid
    die Mannhaftigkeit; die Unerschrockenheit

Vertaal Matrix voor manhaftigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mannhaftigkeit manhaftigheid manlijkheid; mannelijkheid
Unerschrockenheit manhaftigheid driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid

Verwante woorden van "manhaftigheid":


manhaftigheid vorm van manhaftig:

manhaftig bijvoeglijk naamwoord

  1. manhaftig
    tapfer; beherzt; mannhaft

Vertaal Matrix voor manhaftig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beherzt manhaftig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
mannhaft manhaftig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; mannelijk; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; potent; stout; stoutmoedig; vermetel; viriel
tapfer manhaftig behoorlijk; danig; dapper; duchtig; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel

Verwante woorden van "manhaftig":