Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. netwerk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor netwerk (Nederlands) in het Duits

netwerk:

netwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het netwerk (net)
    Netz; Fangnetz; Geflecht
    • Netz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Fangnetz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geflecht [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het netwerk
    Netz; Netzwerk
  3. het netwerk

Vertaal Matrix voor netwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fangnetz net; netwerk valnet; vangnet; vangzeilen; visfuik; visnet
Geflecht net; netwerk oeverriet; riet; rietstengel; rotan; spinsel; vlechtsel; vlechtwerk; web
Netz net; netwerk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Netzwerk netwerk sociaal

Verwante woorden van "netwerk":

  • netwerken

Wiktionary: netwerk


Cross Translation:
FromToVia
netwerk Netz net — interconnecting system