Nederlands

Uitgebreide vertaling voor obligatoir (Nederlands) in het Duits

obligatoir:

obligatoir bijvoeglijk naamwoord

  1. obligatoir (verplicht; obligaat; vereist)
    verpflichtet; erforderlich; obligatorisch; vorschriftsmäßig; verbindlich; ordnungsgemäß; gezwungen; reglementarisch

Vertaal Matrix voor obligatoir:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erforderlich obligaat; obligatoir; vereist; verplicht benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; nodig; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; vereist; wezenlijk
gezwungen obligaat; obligatoir; vereist; verplicht dwangmatig; gebonden; gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; niet vrij; onnatuurlijk; onvrij; onvrijwillig; verplicht
obligatorisch obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; niet vrij; reglementair; verplicht
ordnungsgemäß obligaat; obligatoir; vereist; verplicht reglementair
reglementarisch obligaat; obligatoir; vereist; verplicht reglementair
verbindlich obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; niet vrij; reglementair; verplicht zijn aan; verplichtend
verpflichtet obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; gedwongen; geforceerd; niet vrij; onvrijwillig; reglementair; verplicht
vorschriftsmäßig obligaat; obligatoir; vereist; verplicht reglementair; volgens voorschrift

Verwante woorden van "obligatoir":

  • obligatoire