Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onafhankelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onafhankelijk (Nederlands) in het Duits

onafhankelijk:

onafhankelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onafhankelijk
    unabhängig; frei

Vertaal Matrix voor onafhankelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frei onafhankelijk bandeloos; benaderbaar; beschikbaar; disponibel; frank; genaakbaar; gratis; in vrijheid; kosteloos; ledig; leeg; losbandig; niet belast; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; pro deo; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; vacant; voor niets; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig; zonder kosten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unabhängig onafhankelijk alleenstaand; ongebonden; vrijgezel

Verwante woorden van "onafhankelijk":

  • onafhankelijkheid, onafhankelijker, onafhankelijkere, onafhankelijkst, onafhankelijkste, onafhankelijke

Antoniemen van "onafhankelijk":


Verwante definities voor "onafhankelijk":

  1. niet meer hoeven doen wat anderen zeggen1
    • Suriname is sinds kort onafhankelijk1

Wiktionary: onafhankelijk


Cross Translation:
FromToVia
onafhankelijk unabhängig independent — not dependent; not contingent or depending on something else; free
onafhankelijk selbstständig; unabhängig independently — in an independent manner