Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onderverdelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onderverdelen (Nederlands) in het Duits

onderverdelen:

onderverdelen werkwoord (verdeel onder, verdeelt onder, verdeelde onder, verdeelden onder, onderverdeeld)

  1. onderverdelen
    unterverteilen; unterteilen; verteilen; gliedern; aufgliedern
    • unterverteilen werkwoord
    • unterteilen werkwoord (unterteile, unterteilst, unterteilt, unterteilte, unterteiltet, unterteilt)
    • verteilen werkwoord (verteile, verteilst, verteilt, verteilte, verteiltet, verteilt)
    • gliedern werkwoord (gliedre, gliederst, gliedert, gliederte, gliedertet, gegliedert)
    • aufgliedern werkwoord (gliedere auf, gliederst auf, gliedert auf, gliederte auf, gliedertet auf, aufgegliedert)

Conjugations for onderverdelen:

o.t.t.
  1. verdeel onder
  2. verdeelt onder
  3. verdeelt onder
  4. verdelen onder
  5. verdelen onder
  6. verdelen onder
o.v.t.
  1. verdeelde onder
  2. verdeelde onder
  3. verdeelde onder
  4. verdeelden onder
  5. verdeelden onder
  6. verdeelden onder
v.t.t.
  1. heb onderverdeeld
  2. hebt onderverdeeld
  3. heeft onderverdeeld
  4. hebben onderverdeeld
  5. hebben onderverdeeld
  6. hebben onderverdeeld
v.v.t.
  1. had onderverdeeld
  2. had onderverdeeld
  3. had onderverdeeld
  4. hadden onderverdeeld
  5. hadden onderverdeeld
  6. hadden onderverdeeld
o.t.t.t.
  1. zal onderverdelen
  2. zult onderverdelen
  3. zal onderverdelen
  4. zullen onderverdelen
  5. zullen onderverdelen
  6. zullen onderverdelen
o.v.t.t.
  1. zou onderverdelen
  2. zou onderverdelen
  3. zou onderverdelen
  4. zouden onderverdelen
  5. zouden onderverdelen
  6. zouden onderverdelen
en verder
  1. is onderverdeeld
  2. zijn onderverdeeld
diversen
  1. verdeel onder!
  2. verdeelt onder!
  3. onderverdeeld
  4. onderverdelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor onderverdelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufgliedern onderverdelen delen; opdelen; opsplitsen; splitsen
gliedern onderverdelen delen; indexeren; opdelen; opsplitsen; ordenen; rangeren; schiften; sorteren; splitsen; uitzoeken; van indexnummers voorzien
unterteilen onderverdelen
unterverteilen onderverdelen
verteilen onderverdelen distribueren; doorgeven; rantsoeneren; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; spreiden; trakteren; uitdelen; uitreiken; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; verspreiden; verstrooien

Wiktionary: onderverdelen

onderverdelen
verb
  1. (overgankelijk) in delen splitsen
onderverdelen
verb
  1. logisch oder physisch restlos in verschiedene Teile (Einheiten) gliedern