Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ongedeerd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ongedeerd (Nederlands) in het Duits

ongedeerd:

ongedeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. ongedeerd (heelhuids; ongeschonden; ongekwetst)
    unverletzt; unbeschädigt; unversehrt; gesund

Vertaal Matrix voor ongedeerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gesund heelhuids; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden blakend; blakend van gezondheid; fit; gelukkig; genezen; getraind; gezond; hersteld; springlevend; valide; voorspoedig; voorspoedig verlopend; zonder ziekte
unbeschädigt heelhuids; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden gaaf; heel; intact; maagdelijk; onaangeraakt; onbeschadigd; ongerept; puur; virginaal; zuiver
unverletzt heelhuids; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden
unversehrt heelhuids; ongedeerd; ongekwetst; ongeschonden gaaf; maagdelijk; nieuw; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onverzwakt; pas gekocht; puur; virginaal; zuiver

Verwante woorden van "ongedeerd":

  • ongedeerde

Wiktionary: ongedeerd

ongedeerd
adjective
  1. niet verwond door het gebeuren

Cross Translation:
FromToVia
ongedeerd unverletzt unhurt — not hurt