Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontijdig (Nederlands) in het Duits
ontijdig:
-
ontijdig (niet op het goede moment)
nicht im richtigen Moment; ungelegen-
nicht im richtigen Moment bijvoeglijk naamwoord
-
ungelegen bijvoeglijk naamwoord
-
-
ontijdig (prematuur; voortijdig; te vroeg)
frühzeitig; verfrüht; voreilig; vorschnell; nicht im richtigen Moment; ungelegen-
frühzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
verfrüht bijvoeglijk naamwoord
-
voreilig bijvoeglijk naamwoord
-
vorschnell bijvoeglijk naamwoord
-
nicht im richtigen Moment bijvoeglijk naamwoord
-
ungelegen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ontijdig:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| frühzeitig | ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | bijtijds; op tijd; stipt; te snel; tijdig; vroeg; vroegtijdig |
| nicht im richtigen Moment | niet op het goede moment; ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | lastig; niet schikkend; storend |
| ungelegen | niet op het goede moment; ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | lastig; niet schikkend; storend |
| verfrüht | ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | |
| voreilig | ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | onbezonnen; voorbarig |
| vorschnell | ontijdig; prematuur; te vroeg; voortijdig | onbezonnen; voorbarig |