Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ontstemmen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontstemmen (Nederlands) in het Duits

ontstemmen:

ontstemmen werkwoord (ontstem, ontstemt, ontstemde, ontstemden, ontstemd)

  1. ontstemmen
    verstimmen
    • verstimmen werkwoord (verstimme, verstimmst, verstimmt, verstimmte, verstimmtet, verstimmt)

Conjugations for ontstemmen:

o.t.t.
  1. ontstem
  2. ontstemt
  3. ontstemt
  4. ontstemmen
  5. ontstemmen
  6. ontstemmen
o.v.t.
  1. ontstemde
  2. ontstemde
  3. ontstemde
  4. ontstemden
  5. ontstemden
  6. ontstemden
v.t.t.
  1. ben ontstemd
  2. bent ontstemd
  3. is ontstemd
  4. zijn ontstemd
  5. zijn ontstemd
  6. zijn ontstemd
v.v.t.
  1. was ontstemd
  2. was ontstemd
  3. was ontstemd
  4. waren ontstemd
  5. waren ontstemd
  6. waren ontstemd
o.t.t.t.
  1. zal ontstemmen
  2. zult ontstemmen
  3. zal ontstemmen
  4. zullen ontstemmen
  5. zullen ontstemmen
  6. zullen ontstemmen
o.v.t.t.
  1. zou ontstemmen
  2. zou ontstemmen
  3. zou ontstemmen
  4. zouden ontstemmen
  5. zouden ontstemmen
  6. zouden ontstemmen
diversen
  1. ontstem!
  2. ontstemt!
  3. ontstemd
  4. ontstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontstemmen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verstimmen ontstemmen verstoren; vertoornen