Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opmars:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opmars (Nederlands) in het Duits

opmars:

opmars [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de opmars (voortgang)
    der Aufmarsch; der Vormarsch; der Marsch; der Anmarsch

Vertaal Matrix voor opmars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anmarsch opmars; voortgang aantocht; in aantocht; nadering
Aufmarsch opmars; voortgang
Marsch opmars; voortgang dagreis; excursie; gang; kwelders; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
Vormarsch opmars; voortgang