Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opoffering:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opoffering (Nederlands) in het Duits

opoffering:

opoffering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opoffering (offer)
    Opfer; die Hingabe; der Geschädigte; Opfertier; die Aufopferung

Vertaal Matrix voor opoffering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufopferung offer; opoffering
Geschädigte offer; opoffering benadeelde; bezwendelde; dupe; gedupeerde; lul; pineut; sigaar
Hingabe offer; opoffering devotie; genegenheid; genoegen; genot; ijver; inzet; jool; leut; lust; overgave; plezier; pret; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
Opfer offer; opoffering dupe; geestelijk geraakte; gekwetste; lul; pineut; sigaar; slachtoffer
Opfertier offer; opoffering offerdier; slachtoffer

Verwante woorden van "opoffering":

  • opofferingen

Wiktionary: opoffering


Cross Translation:
FromToVia
opoffering Opfer sacrifice — something sacrificed