Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paleizen:
  2. paleis:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor paleizen (Nederlands) in het Duits

paleizen:

paleizen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de paleizen
    die Paläste
    • Paläste [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paleizen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paläste paleizen

Verwante woorden van "paleizen":


paleizen vorm van paleis:

paleis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het paleis
    der Palast
    • Palast [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paleis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Palast paleis

Verwante woorden van "paleis":


Verwante definities voor "paleis":

  1. woning van de koning(in)1
    • de koningin woont op paleis Soestdijk1

Wiktionary: paleis

paleis
noun
  1. een aanzienlijk gebouw dat een openbare functie heeft of een (woon)huis voor een staatshoofd is
paleis
noun
  1. Architektur: ein großes, meist repräsentatives Wohngebäude auf Burgen und in Schlössern; großes repräsentatives Gebäude für politische und wirtschaftliche Aktivitäten, künstlerische Vorhaben, Erholungs-, Sport- und Freizeitaktivitäten
  1. Palast, Herrschaftshaus, Schloss, mondäne Wohnanlage

Cross Translation:
FromToVia
paleis Hof court — residence of a sovereign, prince, nobleman, or ether dignitary
paleis Palast; Schloss palace — large, lavish residence
paleis Gaumen; Palast; Schloß palais — Demeure vaste et somptueuse d’un souverain, d’un prince, d’un grand personnage