Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pitje:
  2. pit:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pitje (Nederlands) in het Duits

pitje:

pitje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pitje
    die Sparflamme

Vertaal Matrix voor pitje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sparflamme pitje spaarvlam; waakvlam

Verwante woorden van "pitje":


Wiktionary: pitje


Cross Translation:
FromToVia
pitje Kern; Ärger; Regenschirm pépinsemence qui se trouver à l'intérieur de certains fruits.

pitje vorm van pit:

pit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de pit (vruchtenpit)
    der Kern
    • Kern [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de pit (binnenste van een vrucht)
    die Nuß; der Kern; der Stein; der Fruchtkern
    • Nuß [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kern [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fruchtkern [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de pit (elan; vuur; gloed; vlam)
    der Schwung; der Elan
    • Schwung [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Elan [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. de pit (kaarsenpit)
    der Docht; der Kerzendocht
  5. de pit (kaarsenpit; lemmet)
    die Dochte
    • Dochte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Docht kaarsenpit; pit kousje; lampenkousje; lont; ontsteking
Dochte kaarsenpit; lemmet; pit lonten
Elan elan; gloed; pit; vlam; vuur
Fruchtkern binnenste van een vrucht; pit
Kern binnenste van een vrucht; pit; vruchtenpit binnenkant; binnenste; binnenzijde; centrum; essentie; het binnenste van iets; kern; merg; middelpunt; midden
Kerzendocht kaarsenpit; pit lont; ontsteking
Nuß binnenste van een vrucht; pit
Schwung elan; gloed; pit; vlam; vuur haarkrul; krul; ommekeer; omwenteling; revolutie; slingerende beweging; slingering; totale verandering; zwaai
Stein binnenste van een vrucht; pit gesteente; kei; kiezel; kiezelsteen; kinderhoofdje; kinderkopje; rolsteen; ronde keisteen; rots; rotsblok; steen

Verwante woorden van "pit":


Wiktionary: pit

pit
noun
  1. zaadhoudende kern van verschillende vruchten
  2. lont van een kaars
pit
noun
  1. zentraler Hauptbestandteil eines Ganzen

Cross Translation:
FromToVia
pit Zacken pip — seed
pit Box pit — area at a motor racetrack used for refueling and repairing the vehicles during a race
pit Kern; Stein pit — the stone of a drupaceous fruit
pit Kern stone — centre of some fruits
pit Korn grainfruit et semence des céréales contenu dans l’épi ; des légumineuses.
pit Samen; Same; Korn graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
pit Docht mèche — Assemblage de fils
pit Kern; Obststein noyau — Partie centrale, dure, d’une drupe et qui contient une amande. On oppose le noyau au pépin de la baie.
pit Kern; Ärger; Regenschirm pépinsemence qui se trouver à l'intérieur de certains fruits.
pit Saft sèveliquide nutritif formé des sucs que les racines puiser dans le sol et répandre dans toutes les parties d’un végétal.