Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rapheid (Nederlands) in het Duits

rapheid:

rapheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. rapheid (vlugheid; snelheid; vlotheid; )
    die Schnelligkeit; die Geschwindigkeit; Tempo; die Zügigkeit; die Raschheit; die Flinkheit; die Gewandtheit

Vertaal Matrix voor rapheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flinkheit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid kittigheid; kwiekheid
Geschwindigkeit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gang; in volle vaart; kracht; kwiekheid; rijsnelheid; snelheid; spoed; sterkte; tempo; vaart
Gewandtheit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid adremheid; bijdehandheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; handigheid; kneep; kunst; kwiekheid; list; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; sluwe streek; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; toer; truc
Raschheit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; schielijkheid; spoed
Schnelligkeit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; in volle vaart; overijling; snelheid; spoed; tempo; vaart
Tempo gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid gang; gangetje; gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; in volle vaart; overijling; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; vaart
Zügigkeit gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid

Verwante woorden van "rapheid":


Wiktionary: rapheid


Cross Translation:
FromToVia
rapheid Eile; Hast; abwarten hâte — Extrême promptitude, vivacité, rapidité avec laquelle on fait quelque chose.
rapheid Eile; Geschwindigkeit; Hast; Tempo rapiditécélérité, grande vitesse.

rap:

rap bijvoeglijk naamwoord

  1. rap (vlug; snel; vlot)
    schnell; rasch; geschwind; schleunig; hastig; flink
  2. rap (vingervlug)
    rasch; geschwind; flink; behende

Vertaal Matrix voor rap:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behende rap; vingervlug adrem; bijdehand; briljant; clever; gevat; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
flink rap; snel; vingervlug; vlot; vlug adrem; bijdehand; clever; direct; enorm; gauw; gevat; gezwind; gigantisch; immens; in zeer hoge mate; kien; pienter; raak; reusachtig; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
geschwind rap; snel; vingervlug; vlot; vlug direct; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; ijlings; jachtig
hastig rap; snel; vlot; vlug direct; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; ijlings; inderhaast; jachtig
rasch rap; snel; vingervlug; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; grif; grifweg; haastig; ijlings; met gemak; spoedig; vlot; weldra
schleunig rap; snel; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; spoedig; weldra
schnell rap; snel; vlot; vlug direct; dra; eerstdaags; frontaal; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; gezwind; haastig; hard; hardop; ijlings; jachtig; klassikaal; luid; spoedig; weldra

Verwante woorden van "rap":


Wiktionary: rap

rap
adjective
  1. snel, vlug
rap
adjective
  1. sich schnell bewegend
  2. schnell, emsig, behände, flink
  3. geschickt, elegant
  4. schnell und behende; flott
  5. wendig und flink

Cross Translation:
FromToVia
rap schnell; pfeilschnell; geschwind; pfeilgeschwind fast — capable of moving with great speed
rap schnell; geschwind; rasch quick — moving with speed
rap Rap rap music — music form
rap aufgeweckt; flink; frisch; gewandt; hurtig; munter; wach; aktiv; tätig; geschäftig; unternehmend; werktätig; berufstätig; arbeitend; rührig; emsig; wirksam; zum Besitztum gehörend; zu den Aktiva gehörend; Aktiv-; agil; rege actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
rap behende; gewandt agile — Qui a des facilités pour agir ou se mouvoir. Qui est dispos, léger, souple.
rap aufgeweckt; flink; frisch; gewandt; hurtig; munter; wach vigilant — Qui veille avec attention.