Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rechtspraak:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rechtspraak (Nederlands) in het Duits

rechtspraak:

rechtspraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rechtspraak (rechtspleging; recht)
    die Rechtsprechung; die Gerechtigkeit; die Jurisdiktion; die Gerichtsbarkeit
  2. de rechtspraak
    die Gerichtsbarkeit

Vertaal Matrix voor rechtspraak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gerechtigkeit recht; rechtspleging; rechtspraak eerlijkheid; eigenschap van rechtvaardigheid; gelijk; gerechtigheid; oprechtheid; recht; rechtschapenheid; rechtvaardigheid; waarheidszin
Gerichtsbarkeit recht; rechtspleging; rechtspraak jurisdictie; jurisprudentie; rechtsbevoegdheid; rechtsgebied; rechtsgebieden
Jurisdiktion recht; rechtspleging; rechtspraak jurisdictie; jurisprudentie; rechtsbevoegdheid
Rechtsprechung recht; rechtspleging; rechtspraak jurisdictie; jurisprudentie; rechtsbevoegdheid