Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reisleider:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reisleider (Nederlands) in het Duits

reisleider:

reisleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reisleider (gids; reisgids; reisleidster)
    der Reiseleiter; der Führer; der Fremdenführer

Vertaal Matrix voor reisleider:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fremdenführer gids; reisgids; reisleider; reisleidster
Führer gids; reisgids; reisleider; reisleidster aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bestuurder; bevelhebber; chauffeur; commandant; elektriciteitsgeleider; gebieder; geleider; gids; hoofd; hoofdman; kapitein; kopstuk; leider; leidraad; leidsman; loods; manager; meester; reisbegeleider; rijder; rondleider; scheepskapitein; schipper; voorzitter; wagenbestuurder
Reiseleiter gids; reisgids; reisleider; reisleidster

Verwante woorden van "reisleider":

  • reisleiders